A | A | A

Wat kun je doen aan die kleine adertjes op de benen?

Op Margriet.nl legt fleboloog Michael Mooij uit wat er te doen is aan die kleine adertjes op je benen.

Berkentwijgjes' worden ze wel genoemd: de ontsierende, kleine vaatjes die we steeds vaker op onze benen aantreffen naarmate we ouder worden. Hoe zijn ze te voorkomen en hoe kom je ervanaf? Fleboloog Michael Mooij geeft antwoord.

In de volksmond worden ze vaak 'gesprongen' adertjes genoemd. Maar dat is eigenlijk een verkeerde term, weet Michael Mooij, fleboloog bij Centrum Oosterwal in Alkmaar, Haarlem en Heerhugowaard. "Als een ader gesprongen is, dan is hij echt kapot en krijg je een blauwe plek," vertelt hij aan de telefoon. "De kleine vaatjes die je op je benen ziet zitten, zijn in feite niks anders dan spataderen, maar dan de kleine soort die dicht onder de huid liggen."

Wat zijn spataderen?
Een spatader is een ader waarvan de vaatwand is uitgerekt en dus gaat uitzetten. Hierdoor kun je hem (ineens) zien zitten en soms ook voelen. Mensen die enorm zijn afgevallen, kunnen zo ineens ontdekken dat ze fikse spataderen hebben: voorheen lagen de uitgedijde vaten nog verscholen in een dikker vetlaagje. Hoe spataderen precies ontstaan, is onduidelijk. Een mogelijke oorzaak is dat de klepjes in de aderen niet meer goed sluiten, waardoor het bloed niet goed kan terugstromen naar het hart. Hierdoor blijft het bloed als het ware in je aderen staan, komt er meer druk op de vaatwand en zet deze vervolgens uit. "Maar het kan ook zijn dat die kleppen niet meer goed sluiten, omdat de aderwand slapper geworden is," vertelt Mooij.

Pechfactoren
Wat wél duidelijk is, is dat bepaalde pechfactoren de kans op grote en kleine spataderen vergroten. Genetische aanleg is de belangrijkste (je krijgt spataderen als je er aanleg voor hebt), vrouwen blijken er gevoeliger voor dan mannen en ook leeftijd speelt een rol: hoe ouder we worden, hoe vaker we 'berkentwijgjes' op onze binnenbenen, dijen en - nou ja - zo'n beetje overal op onze benen aantreffen. Tijdens een zwangerschap kun je ook meer spataderen ontwikkelen, met dank aan je zwangerschapshormonen.

Niks aan te doen
Grotere spataderen kun je nog wel een beetje voorkomen door veel te bewegen en desnoods therapeutische elastische kousen te dragen. Maar tegen de allerkleinsten is volgens de fleboloog eigenlijk niks opgewassen. Sommige mensen smeren ze in met appelazijn - het zuur zou ze doen samentrekken en verdwijnen. "Als het zo zou werken, zou je goud in handen hebben," reageert Mooij. "Maar je huid houdt dat zuur gewoon tegen. Het lijkt me ook geen lolletje als dat erdoorheen zou komen. Voor je huid zelf is het ook niet fijn: het kan uitdrogen en irriteren." De smeerseltjes in de drogist werken volgens Mooij evenmin (die dringen ook niet door de huid). En hoe gezond ook, er is geen bewijs dat regelmatig bewegen kleine spatadertjes kan voorkomen.

Laten wegspuiten
De enige manier om van berkentwijgjes af te komen, is door ze te laten 'wegspuiten'. Deze behandelmethode wordt sclero-compressietherapie genoemd. Je kunt ze ook laten weglaseren, maar dat is volgens de fleboloog duurder en werkt minder goed. Bij het spuiten wordt er een irriterende stof rechtstreeks in het vaatje geïnjecteerd, waardoor deze dichtplakt, verschrompelt en verdwijnt. De behandeling wordt veelal uitgevoerd in zelfstandige behandelcentra (ZBC). Dit zijn centra waar artsen zoals flebologen en dermatologen met elkaar samenwerken, bijvoorbeeld op het gebied van spataderen.

Veel kleine adertjes bij je enkel? Wees op je hoede
Het wegspuiten van spataderen wordt alleen vergoed als er een medische noodzaak is. Meestal is dit bij berkentwijgjes niet het geval. Maar soms is er wél meer aan de hand. "Veel kleine spatadertjes bij je enkel kunnen wijzen op een lekkende, grote ader elders in je benen. Vanwege de zwaartekracht staan de laagst gelegen vaatjes onder de grootste druk, waardoor je enkels je al eerste waarschuwen dat er meer aan de hand kan zijn. Als je daarnaast ook klachten zoals vermoeide of pijnlijke benen, opgezette enkels, donkere vlekken of eczeem hebt, is het verstandig om je huisarts te raadplegen."

Bekijk hier het artikel online op de website van Margriet.

 

waar medisch specialistische zorg én persoonlijke aandacht samenkomen